Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/396
Wet Bopz. Voorwaardelijke machtiging. Strekking art. 14a lid 5 en art. 14d lid 1 Wet Bopz; duidelijkheid m.b.t. vraag welke geneesheer-directeur bevoegd is tot opneming betrokkene; vereiste concreetheid aanduiding psychiatrisch ziekenhuis als bedoeld in art. 14a lid 5. Afwijzing verzoek aanhouding behandeling in afwachting uitslag second opinion; motiveringseisen.
HR 22-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:395
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 maart 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.M.J. van Buchem-Spapens, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/04741
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS43343:1
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Gezondheidsrecht / Geneeskundige behandeling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:395, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:28, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑01‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑11‑2018
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Voorwaardelijke machtiging. Strekking art. 14a lid 5 en art. 14d lid 1 Wet Bopz; duidelijkheid m.b.t. vraag welke geneesheer-directeur bevoegd is tot opneming betrokkene; vereiste concreetheid aanduiding psychiatrisch ziekenhuis als bedoeld in art. 14a lid 5. Afwijzing verzoek aanhouding behandeling in afwachting uitslag second opinion; motiveringseisen.
Samenvatting
Art. 14a lid 5 Wet Bopz houdt in dat in het behandelingsplan mededeling wordt gedaan van het psychiatrisch ziekenhuis dat bereid is de betrokkene op te nemen als deze de voorwaarden niet naleeft of het gevaar niet langer buiten een psychiatrisch ziekenhuis kan worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.