V-N 2019/43.23
Geen proceskostenvergoeding bij rechtsbijstand door werknemer-advocaat
HR 13-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1319, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 september 2019
- Magistraten
Koopman, Punt, Van Loon, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
18/03131
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS79165:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
Fiscaal bestuursrecht / Bijstand en vertegenwoordiging
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑09‑2019
ECLI:NL:HR:2019:1319, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑09‑2019
- Wetingang
art. 8:75 lid 1 Awb
Essentie
De Hoge Raad wijst op de hoofdregel dat een werknemer niet kan worden aangemerkt als een derde in de zin van het Besluit proceskostenvergoeding bestuursrecht (Bpb)
Samenvatting
X is advocaat en laat zich in een beroepsprocedure vertegenwoordigen door advocaten die bij hem in loondienst zijn. X wordt gedeeltelijk in het gelijk gesteld en heeft aanspraak gemaakt op vergoeding van proceskosten voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Het gerechtshof kent X geen proceskostenvergoeding toe.
De Hoge Raad herhaalt de hoofdregel dat een werknemer niet kan worden aangemerkt als een derde in de zin van art. 1 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.