NJB 2017/1804
Op advies van een makelaar verkopen perceelseigenaars hun percelen aan een vennootschap, zonder te weten dat de makelaar zelf indirect aandeelhouder van de vennootschap is. De perceelseigenaars weigeren de overeenkomst na te komen. De vennootschap laat beslag leggen en procedeert tot aan een verwijzingshof over de nakoming. Uiteindelijk verliest de vennootschap dat geding. In dat geding is de makelaar geen procespartij. In dit geding vorderen de perceelseigenaars hoofdelijke veroordeling van de vennootschap en de makelaar tot volledige vergoeding van hun advocaatkosten. Het hof wijst dit toe. Hoge Raad: 1. Mededelingsplicht lasthebber. De wettelijke mededelingsplicht van de lasthebber geldt zodra de lasthebber direct of indirect belang heeft bij de totstandkoming van de rechtshandeling, waarna het aan de lastgever is om te beoordelen of zich een belangenconflict voordoet dat aan een optimale behartiging van zijn belang door de lasthebber zou kunnen afdoen. 2. Verhaal proceskosten op een derde. Voor de vraag of en in hoeverre een benadeelde de kosten van een procedure kan verhalen op een derde die niet in die procedure betrokken was, gelden de algemene regels betreffende aansprakelijkheid en schadevergoeding, in het bijzonder die betreffende het causaal verband en de dubbele redelijkheidstoets. De veroordeling van de makelaar tot een volledige proceskostenvergoeding geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk
HR 15-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2366
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 september 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/02033
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2366, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:522, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑04‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑03‑2016
- Wetingang
(art. 6 EVRM; art. 237, 241 Rv; art. 57 lid 6 (oud) Rv; art. 6:96 lid 2 en 3, art. 6:98, 7:418 lid 1, art. 7:427 BW)
Essentie
Op advies van een makelaar verkopen perceelseigenaars hun percelen aan een vennootschap, zonder te weten dat de makelaar zelf indirect aandeelhouder van de vennootschap is. De perceelseigenaars weigeren de overeenkomst na te komen. De vennootschap laat beslag leggen en procedeert tot aan een verwijzingshof over de nakoming. Uiteindelijk verliest de vennootschap dat geding. In dat geding is de makelaar geen procespartij. In dit geding vorderen de perceelseigenaars hoofdelijke veroordeling van de vennootschap en de makelaar tot volledige vergoeding van hun advocaatkosten. Het hof wijst dit toe. Hoge Raad: 1. Mededelingsplicht lasthebber. De wettelijke mededelingsplicht van de lasthebber geldt zodra ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.