Alle omstandigheden van het geval
Einde inhoudsopgave
Alle omstandigheden van het geval (O&R nr. 77) 2013/8.2.3:8.2.3 Beantwoording van subvraag C
Alle omstandigheden van het geval (O&R nr. 77) 2013/8.2.3
8.2.3 Beantwoording van subvraag C
Documentgegevens:
mr. P.T.J. Wolters, datum 01-03-2013
- Datum
01-03-2013
- Auteur
mr. P.T.J. Wolters
- JCDI
JCDI:ADS305808:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Subvraag C luidt als volgt: spelen de omstandigheden die de werking van de redelijkheid en billijkheid beïnvloeden ook een rol in niet-Nederlandse rechtsstelsels? Ik ben bij de beantwoording van deze subvraag uitgegaan van de volgende hypothese: iedere factor speelt ook een rol in een niet-Nederlands rechtsstelsel.
De behandeling van iedere factor bevat ten minste één voorbeeld van de invloed van de factor in een niet-Nederlands rechtsstelsel. Er bestaat bijvoorbeeld zowel in Nederland als in andere landen een verband tussen moraal en (buitenlandse varianten op) de redelijkheid en billijkheid. De factor ‘moraal’ beïnvloedt bovendien de werking van de buitenlandse varianten op art. 3:40 BW.1
De hypothese bij subvraag C is vooralsnog niet gefalsificeerd. Subvraag C dient, wat betreft de in dit proefschrift onderzochte omstandigheden, positief te worden beantwoord. Ja, de omstandigheden die de werking van de redelijkheid en billijkheid beïnvloeden, spelen ook een rol in niet-Nederlandse rechtsstelsels. Hierbij moet echter rekening worden gehouden met de in § 8.2.1 besproken beperkingen. Een verdere onderverdeling van de factoren kan laten zien dat er relevante omstandigheden bestaan die geen rol spelen in andere rechtsstelsels. Toekomstige bronnen kunnen deze omstandigheden ook blootleggen.
De positieve beantwoording van subvraag C laat zien dat er geen onoverbrugbare kloof bestaat tussen het Nederlandse recht en andere rechtsstelsels. Het Nederlandse recht verbindt gevolgen aan dezelfde omstandigheden als andere rechtsstelsels. De positieve beantwoording van subvraag C laat zien dat de omstandigheden die de werking van de redelijkheid en billijkheid beïnvloeden, een rol spelen in niet-Nederlandse rechtsstelsels. Hiermee is echter niet gezegd dat deze omstandigheden dezelfde rol spelen. De beantwoording van de vraag in hoeverre de rol van een omstandigheid in de verschillende rechtsstelsels overeenkomt, valt buiten het bereik van dit onderzoek.2