RvdW 2015/834
Falende bewijsklacht betreffende opzet op mishandeling door met een glas in de hand in het gezicht te duwen.
HR 23-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1699
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 juni 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
13/06170
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1699, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:953, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑04‑2015
Essentie
Falende bewijsklacht betreffende opzet op mishandeling door met een glas in de hand in het gezicht te duwen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 3 december 2013, nummer 23/002076-12, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. B.P. de Boer, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. G. Knigge:
1.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft bij arrest van 3 december 2013 de verdachte wegens de subsidiair bewezenverklaarde ‘mishandeling, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft’ veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van honderdvijftig uren. Voorts heeft het Hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.