Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 3.25 (aanwijzing vergunningplichtige gevallen)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
26-04-2022, Stb. 2022, 172 (uitgifte: 05-05-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een milieubelastende activiteit te verrichten, geldt voor de milieubelastende activiteit, bedoeld in artikel 3.24, voor zover het gaat om het opslaan:
- a.
van vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 3;
- b.
van vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 4.2;
- c.
van vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 4.3;
- d.
van vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 5.2;
- e.
van vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 6.1;
- f.
van vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 8, verpakkingsgroep I;
- g.
van vloeibare gevaarlijke stoffen in de gevarenklasse acute toxiciteit, categorie 1, 2 of 3, bedoeld in bijlage I, deel 3, bij de CLP-verordening; of
- h.
in een opslagtank met een inhoud van meer dan 150 m3 of een tankcontainer of verpakking die als opslagtank wordt gebruikt en een inhoud heeft van meer dan 150 m3.
2.
Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder a, geldt niet voor:
- a.
het opslaan in een ondergrondse opslagtank;
- b.
het opslaan van gasolie, diesel of huisbrandolie met een vlampunt van 55 °C of hoger; of
- c.
het opslaan in een opslagtank die:
- 1°
een inhoud heeft van 300 l of minder; en
- 2°
niet vanuit een tankwagen wordt gevuld.
3.
Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam te verrichten, geldt voor het lozen op een oppervlaktewaterlichaam van afvalwater afkomstig van de milieubelastende activiteit, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder e tot en met h.