NJB 2013/505
Strafbare voorbereiding. Uit de tekst van art. 46 lid 1 Sr volgt dat met “dat misdrijf” in de zinsnede “bestemd tot het begaan van dat misdrijf” wordt gedoeld op het misdrijf dat is voorbereid en dus niet op de voorbereiding zelf
HR 12-02-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1956
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 februari 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu en V. van den Brink
- Zaaknummer
11/04157 J
- LJN
BZ1956
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BZ1956, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑02‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BZ1956, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑02‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑05‑2012
- Wetingang
(Sr art. 46)
Essentie
Strafbare voorbereiding. Uit de tekst van art. 46 lid 1 Sr volgt dat met “dat misdrijf” in de zinsnede “bestemd tot het begaan van dat misdrijf” wordt gedoeld op het misdrijf dat is voorbereid en dus niet op de voorbereiding zelf
Uitspraak
Inleiding
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van strafbare voorbereiding nu een mobiele telefoon niet kan worden aangemerkt als voorwerp bestemd tot het begaan van een strafbaar feit. Het hof verwerpt het verweer van de raadsman met overneming van de overweging van de kinderrechter hieromtrent: “Anders ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.