Wet op de goudclausules 1937
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Bronpublicatie:
27-09-2001, Stb. 2001, 481 (uitgifte: 01-11-2001, kamerstukken: 27472)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2001, Stb. 2001, 481 (uitgifte: 01-11-2001, kamerstukken: 27472)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Personen- en familierecht / Algemeen
Overheidsfinanciën / Bijzondere onderwerpen
Wet van 24 mei 1937, houdende maatregelen tot nietigverklaring van goudclausules in bepaalde overeenkomsten
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is, in verband met het Koninklijk besluit van 26 September 1936, N°. 52, bekrachtigd bij de Wet van 30 September 1936 (Staatsblad N°. 101), goudclausules, voorkomende in bepaalde overeenkomsten, nietig te verklaren;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: