Wet op de goudclausules 1937
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Bronpublicatie:
27-09-2001, Stb. 2001, 481 (uitgifte: 01-11-2001, kamerstukken: 27472)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2001, Stb. 2001, 481 (uitgifte: 01-11-2001, kamerstukken: 27472)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Personen- en familierecht / Algemeen
Overheidsfinanciën / Bijzondere onderwerpen
Deze wet verstaat onder:
- a.
Goudclausules: alle clausules en alle bedingen, in welken vorm of onder welke benaming ook opgesteld, welke de strekking hebben den schuldeischer voor de gevolgen van waardedaling van den euro ten opzichte van het goud geheel of ten deele te vrijwaren.
- b.
Binnenlandsche overeenkomsten: overeenkomsten, waarbij de door den schuldenaar aangegane verplichting hetzij is uitgedrukt of mede is uitgedrukt in een bepaald bedrag van de munt van het Koninkrijk, hetzij is uitgedrukt uitsluitend in goudgewicht, hetzij in de tegenwaarde daarvan in de munt van het Koninkrijk, indien althans op 26 September 1936 de nakoming dier verplichting slechts binnen het Koninkrijk rechtsgeldig zou hebben kunnen plaats vinden.