RvdW 2012/37
Merkenrecht; (on)geldigheid vormmerk. Vormmerk: onderscheidend vermogen?; maatstaf. Geeft vorm wezenlijke waarde aan waar?; uitleg art. 3 lid 1, aanhef en onder e (iii) Merkenrichtlijn; Hoge Raad stelt prejudiciële vragen van uitleg aan HvJEU. Vordering tot winstafdracht; art. 2.12 lid 4 BVIE; bevrijdend verweer; bewijslastverdeling.
HR 23-12-2011, ECLI:NL:HR:2011:BT8460 (Trianon/Revillon)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 december 2011
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser, C.E. Drion
- Zaaknummer
10/02367
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
BT8460
- Roepnaam
Trianon/Revillon
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BT8460, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑12‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BT8460, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑10‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑04‑2010
- Wetingang
Essentie
Merkenrecht; (on)geldigheid vormmerk. Vormmerk: onderscheidend vermogen?; maatstaf. Geeft vorm wezenlijke waarde aan waar?; uitleg art. 3 lid 1, aanhef en onder e (iii) Merkenrichtlijn; Hoge Raad stelt prejudiciële vragen van uitleg aan HvJEU. Vordering tot winstafdracht; art. 2.12 lid 4 BVIE; bevrijdend verweer; bewijslastverdeling.
Voor de beoordeling van het onderscheidend vermogen van een vormmerk, heeft het hof de maatstaf aangelegd als neergelegd onder meer in de arresten HvJEG 29 april 2004, nr. C-456/01 en 457/01 (Henkel) en 22 juni 2006, nr. C-25/05 (Werther’s Echte). Voor die beoordeling gelden niet meer of andere eisen dan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.