RAR 2010/137
Ontbinding. Kunnen bezwaren tegen een werknemer in diens hoedanigheid van dienstverlener mede aanleiding tot ontbinding van de tevens bestaande arbeidsrelatie zijn?
HR 09-07-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM3976
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juli 2010
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
09/02229
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BM3976
- JCDI
JCDI:ADS874815:1
- Vakgebied(en)
Personeelsaangelegenheden / Instroom en uitstroom van personeel
Arbeidsrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM3976, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑07‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM3976, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2010
- Wetingang
BW art. 7:685 lid 11; RO art. 81
Essentie
Ontbinding. Procesrecht.
Is de rechter buiten het toepassingsgebied van art. 7:685 BW getreden door bezwaren tegen de zelfstandige dienstverlener die tevens een arbeidsovereenkomst heeft, te betrekken bij het ontbindingsverzoek?
Samenvatting
Werknemer is voor drie dagen per week in dienst bij werkgever. Daarnaast verricht hij op basis van een overeenkomst van opdracht financiële werkzaamheden voor werkgever. Wegens het jarenlang in ernstig mate tekortschieten in de nakoming van zijn verplichtingen is werknemer op staande voet ontslagen en is de overeenkomst van opdracht beëindigd. Het voorwaardelijk ontbindingsverzoek dat werkgever indiende is toegewezen. De kantonrechter stelt vast dat de werkzaamheden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.