HR, 21-12-2018, nr. 18/01108
ECLI:NL:HR:2018:2398
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21-12-2018
- Zaaknummer
18/01108
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2018:2398, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑12‑2018; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
In cassatie op: ECLI:NL:GHSHE:2018:682
- Vindplaatsen
Belastingblad 2019/30 met annotatie van Redactie
NTFR 2019/36
Uitspraak 21‑12‑2018
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Partij(en)
21 december 2018
Nr. 18/01108
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 16 februari 2018, nrs. 16/03784 tot en met 16/03786, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. BRE 15/6946, 15/6947 en 16/135) betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2013 en 2014 opgelegde aanslagen en de voor het jaar 2015 opgelegde voorlopige aanslag in de toeristenbelasting.
1. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij twee middelen voorgesteld.
Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant heeft een verweerschrift ingediend.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president G. de Groot als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 21 december 2018.