NJB 2015/562
Art. 80a RO en toelichtingsvereiste: in casu hoeven de slagende middelen niet tot cassatie te leiden, nu mede gelet op het in casu toepasselijke strafmaxima, de opgelegde straf en de motivering daarvan het belang van de verdachte bij zijn cassatieberoep niet evident is, terwijl de schriftuur niet de in zo’n geval vereiste toelichting bevat met betrekking tot het belang bij het ingestelde cassatieberoep en het – rechtens te respecteren – belang bij vernietiging van de bestreden uitspraak en een nieuwe feitelijke behandeling van de zaak
HR 03-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:510
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 maart 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, N. Jörg, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/00269
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:510, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑03‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:137, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑01‑2015
- Wetingang
(RO art. 80a)
Essentie
Art. 80a RO en toelichtingsvereiste: in casu hoeven de slagende middelen niet tot cassatie te leiden, nu mede gelet op het in casu toepasselijke strafmaxima, de opgelegde straf en de motivering daarvan het belang van de verdachte bij zijn cassatieberoep niet evident is, terwijl de schriftuur niet de in zo’n geval vereiste toelichting bevat met betrekking tot het belang bij het ingestelde cassatieberoep en het – rechtens te respecteren – belang bij vernietiging van de bestreden uitspraak en een nieuwe feitelijke behandeling van de zaak
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – ‘tezamen en in vereniging met een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.