V-N 2018/58.19
Vordering Belastingdienst niet door andere Staatsorganen te gebruiken als steunvordering voor faillissementsaanvraag
HR 26-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1988, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 oktober 2018
- Magistraten
Streefkerk, Snijders, Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
17/06098
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929868:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Civiel recht algemeen (V)
Insolventierecht / Faillissement
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1988, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:695, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 15‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2017
- Wetingang
art. 4:124 Awb; art. 1 lid 1 Fw
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat vorderingen van organen en onderdelen van de Staat die geen rechtspersoonlijkheid bezitten, zoals de ontvanger en de Belastingdienst, voor de toepassing van de Faillissementswet hebben te gelden als vorderingen van een en dezelfde schuldeiser, de Staat.
Samenvatting
In 2017 heeft de Staat der Nederlanden (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) om het faillissement van een schuldenaar verzocht wegens een (openstaande) bestuurlijke boete. Als steunvordering heeft de Staat een vordering van de Belastingdienst overgelegd. Zowel de rechtbank als het hof heeft het verzoek afgewezen, omdat geen sprake zou zijn van pluraliteit van schuldeisers, nu de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.