V-N Vandaag 2016/1530
Prejudiciële vragen aan HvJEU over gevolgen arrest Groupe Steria voor Nederlandse fiscale eenheid
HR 08-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1351
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 2016
- Zaaknummer
15/00878
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Verdragen EU
Vennootschapsbelasting / Deelnemingsvrijstelling
Vennootschapsbelasting / Fiscale eenheid
Vennootschapsbelasting (V)
Europees belastingrecht (V)
Europees belastingrecht / Europese verdragsvrijheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1969, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:687, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑06‑2018
ECLI:NL:HR:2016:1351, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2197, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑04‑2015
- Wetingang
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (BWBV0001506, 43)Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (BWBR0002672, 13b)Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (BWBR0002672, 13)Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (BWBR0002672, 15)Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (BWBV0001506, 48)
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het niet buiten redelijke twijfel is dat X nv zich met recht kan beroepen op het HvJ EU arrest Groupe Steria zodat prejudiciële vragen aan het HvJ EU moeten worden gesteld.
Samenvatting
Belanghebbende, X nv, is de moedermaatschappij van een fiscale eenheid voor de VPB. X nv heeft direct een 100%-belang in een vennootschap in het Verenigd Koninkrijk (hierna: UK -deelneming). De UK-deelneming houdt deelnemingen in andere in het Verenigd Koninkrijk gevestigde vennootschappen (de UK-groep) en middellijk een deelneming in een in Nederland gevestigde subholding. De subholding heeft drie eurovorderingen op de fiscale ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.