AB 2014/218
Redelijke termijn.
HR 22-03-2013, ECLI:NL:HR:2013:BX6666, m.nt. A.M.L. Jansen (Holding)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 maart 2013
- Magistraten
Mrs. E.N. Punt, M.W.C. Feteris, C.H.W.M. Sterk, M.A. Fierstra, G. de Groot
- Zaaknummer
11/04270
- Noot
A.M.L. Jansen
- LJN
BX6666
- Roepnaam
Holding
- JCDI
JCDI:ADS918241:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BX6666, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BX6666, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑07‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑11‑2011
- Wetingang
Essentie
Redelijke termijn. Bezwaar- en beroepsfase: wijze van toerekening. Niet van belang of belanghebbende heeft aangedrongen op spoedige behandeling. Ook in rijksbelastingzaken Staat (M v V&J) als partij uitnodigen.
Samenvatting
In gevallen waarin de bezwaar- en de beroepsfase samen zo lang hebben geduurd dat de redelijke termijn daardoor is overschreden, dient de rechter met het oog op toekenning van een vergoeding voor immateriële schade die door dat tijdsverloop is ontstaan te beoordelen op welke wijze de termijnoverschrijding moet worden toegerekend aan de bezwaar- en aan de beroepsfase. Daardoor wordt immers bepaald in hoeverre de immateriële schade is toe te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.