Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling GLB 2023
Artikel 5 Actieve landbouwer
Geldend
Geldend van 01-01-2023 tot 01-01-2025
- Redactionele toelichting
Herplaatst in Staatscourant 29696-n1 van 10-11-2022.
- Bronpublicatie:
01-11-2022, Stcrt. 2022, 29696 (uitgifte: 08-11-2022, regelingnummer: WJZ/22031065)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-11-2022, Stcrt. 2022, 29696 (uitgifte: 08-11-2022, regelingnummer: WJZ/22031065)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
Er worden geen betalingen toegekend aan landbouwers die niet uiterlijk op de peildatum zijn ingeschreven of waarvan de onderneming niet uiterlijk op de peildatum is ingeschreven in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007 , onder de vermelding van de verkorte omschrijving van de landbouwactiviteit en de daarbij behorende code van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) beginnend met de cijfers 011, 012, 013, 014, 015, 016 of 1051, voor zover minimaal 50 procent van de melk die wordt verwerkt op het eigen melkveebedrijf geproduceerd wordt.
2.
Onverminderd het eerste lid worden geen betalingen toegekend aan een landbouwer indien uit de inschrijving in het handelsregister volgt dat de landbouwactiviteit geen hoofdactiviteit is.
3.
Het tweede lid is niet van toepassing indien de landbouwer aantoont door middel van een accountantsverklaring dat de landbouwactiviteit een nevenactiviteit is, waaronder begrepen het in stand houden van landbouwareaal, waarmee een derde van het totale bedrag aan inkomsten in het meest recente belastingjaar wordt verdiend, dan wel een derde van een gemiddeld bedrag aan inkomsten over de drie meest recente belastingjaren.
4.
Als accountantsverklaring wordt vastgesteld een accountantsverklaring die overeenkomt met het model dat is opgenomen in bijlage 5.
5.
Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing ingeval de landbouwer voor het voorgaande aanvraagjaar minder dan 5.000 euro aan rechtstreekse betalingen heeft ontvangen.
6.
Een overnemer als bedoeld in artikel 40, eerste lid, wordt als actieve landbouwer aangemerkt indien de inschrijving, bedoeld in het eerste lid, uiterlijk ten tijde van de melding van de overdracht van het bedrijf is geschied, en voor zover uit de inschrijving blijkt dat het bedrijf van de overnemer is opgericht op uiterlijk de datum van de bedrijfsoverdracht.