NJB 2024/500
Geschil tussen melkveehouder en zuivelcoöperatie. Verband met HR 16 februari 2024, nr. 22/04861, ECLI:NL:HR:2024:241, hierna afgedrukt, NJB 2024/501. Hoge Raad: Uitleg vorderingen. Primair en subsidiair. Het hof heeft de vorderingen kennelijk aldus uitgelegd dat vordering II niet onlosmakelijk is verbonden met vordering I. De gedingstukken laten echter geen andere uitleg toe dan dat bij afwijzing van vordering I ook vordering II dient te worden afgewezen en de subsidiaire vorderingen V en VI aan de orde komen.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 februari 2024
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, F.R. Salomons, K. Teuben
- Zaaknummer
22/03229
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:242, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑02‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:911, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 13‑10‑2023
- Wetingang
(art. 79 RO)
Essentie
Geschil tussen melkveehouder en zuivelcoöperatie. Verband met HR 16 februari 2024, nr. 22/04861, ECLI:NL:HR:2024:241, hierna afgedrukt, NJB 2024/501. Hoge Raad: Uitleg vorderingen. Primair en subsidiair. Het hof heeft de vorderingen kennelijk aldus uitgelegd dat vordering II niet onlosmakelijk is verbonden met vordering I. De gedingstukken laten echter geen andere uitleg toe dan dat bij afwijzing van vordering I ook vordering II dient te worden afgewezen en de subsidiaire vorderingen V en VI aan de orde komen.
Partij(en)
A, adv. mr. D.M. de Knijff, vs. DOC Kaas, adv. mr. L.V. van Gardingen.