BA 2016/155
Kosten kinderopvang (I), definitieve vaststelling van voorschot na 5½ jaar, verjarings- en vervaltermijnen voor herziening en terugvordering, rechtszekerheid
ABRvS 01-06-2016, ECLI:NL:RVS:2016:1484
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
1 juni 2016
- Zaaknummer
201409171/1/A2
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursrecht algemeen (V)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2016:1484, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 01‑06‑2016
- Wetingang
Art. 5, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 21a en 26 Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir); art. 11 lid 3 Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr); art. 1.3, 1.5, 1.6 en 1.7 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp); art. 3:307 - 3:311 Burgerlijk Wetboek (BW); art. 5 en 5a Uitvoeringsregeling Awir
Essentie
Kosten kinderopvang (I), definitieve vaststelling van voorschot na 5½ jaar, verjarings- en vervaltermijnen voor herziening en terugvordering, rechtszekerheid
Samenvatting
De wetgever heeft de Awir zo opgezet dat aan de toekenning van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang een voorschot voorafgaat. Een tussentijdse herziening van een voorschot kan nodig zijn, in het geval dat de omstandigheden wijzigen nadat het voorschot aan de aanvrager is toegekend. De wetgever heeft het wenselijk geacht om op dergelijke wijzigingen te kunnen inspelen. Het gevolg van een herziening kan zijn dat de Belastingdienst/Toeslagen het bedrag dat teveel is betaald, van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.