Einde inhoudsopgave
Wet op het notarisambt
Artikel 101 [Procedure]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
29-09-2011, Stb. 2011, 470 (uitgifte: 28-10-2011, kamerstukken: 32250)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2012, Stb. 2012, 314 (uitgifte: 13-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Notaris
Juridische beroepen / Tuchtrecht
1.
De kamer voor het notariaat neemt geen beslissing dan na verhoor of behoorlijke oproeping van de notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris en van de klager. De oproepingen geschieden bij aangetekende brief ten minste zeven dagen voor het verhoor.
2.
De notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris en de klager zijn bevoegd zich te doen bijstaan door een raadsman. De secretaris van de kamer stelt hen tijdig in de gelegenheid om van de op de zaak betrekking hebbende stukken kennis te nemen. Zij kunnen afschriften of uittreksels van die stukken vragen tegen vergoeding van de kostende prijs.
3.
De kamer voor het notariaat kan weigeren personen, die geen advocaat zijn, als raadsman toe te laten. In dat geval houdt de kamer de zaak tot een volgende zitting aan.
4.
De behandeling door de kamer geschiedt in het openbaar. De kamer kan om gewichtige redenen bevelen dat de behandeling geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren zal plaatsvinden.