Einde inhoudsopgave
Mijnbouwbesluit
Artikel 40
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
11-11-2021, Stb. 2021, 573 (uitgifte: 26-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Omgevingswet (23-03-2016, Stb. 156).
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Energierecht (V)
1.
Een mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a tot en met g, dat een gedeelte is van een mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 2, tweede lid, is een geval als bedoeld in artikel 44, vijfde lid, van de wet, voor de toepassing van artikel 44, eerste lid, van de wet, tenzij:
- a.
Onze Minister voor dat mijnbouwwerk een aanvraag om een wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 40, tweede lid, van de wet, of een verandering van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet heeft ontvangen;
- b.
de inspecteur-generaal der mijnen voor dat mijnbouwwerk:
- 1°
een werkprogramma voor het buiten gebruik stellen van een boorgat als bedoeld in artikel 74, eerste lid, heeft ontvangen;
- 2°
een rapport over een essentiële wijziging of een ontmanteling als bedoeld in de artikelen 45e en 45i van de wet heeft ontvangen.
2.
De inspecteur-generaal der mijnen informeert Onze Minister over de ontvangst van een werkprogramma of een rapport als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, onder 1°, respectievelijk 2°.