Het deskundigenadvies in de civiele procedure
Einde inhoudsopgave
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/5.6.4:5.6.4 Voorstellen om 'naar beste weten' duidelijker in te vullen
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/5.6.4
5.6.4 Voorstellen om 'naar beste weten' duidelijker in te vullen
Documentgegevens:
G. de Groot, datum 20-10-2008
- Datum
20-10-2008
- Auteur
G. de Groot
- JCDI
JCDI:ADS441360:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Buiten beschouwing blijft de eis dat de deskundige de opdracht binnen de daarvoor gestelde termijn vervult. Enerzijds kan tijdigheid als een onderdeel van kwaliteit worden gezien en heeft 'naar beste weten' betrekking op de kwaliteit van de werkzaamheden van de deskundige. Anderzijds is de tijdigheidseis afzonderlijk geregeld (art. 197 lid 2 Rv) en kan evengoed worden gezegd dat 'naar beste weten' vooral betrekking heeft op de toepassing van de kennis en ervaring van de deskundige en niet zozeer op tijdigheid.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Al met al laten zich uit het voorgaande, in samenhang met onderdelen uit het rechtsvergelijkend overzicht van par. 5.4, een aantal min of meer algemeen aanvaarde lijnen distilleren die naar mijn mening naar Nederlands procesrecht in aanmerking moeten worden genomen als in voorkomende gevallen de betekenis moet worden bepaald van de eis dat de deskundige de opdracht 'naar beste weten' vervult. Deze lijnen vat ik als volgt samen.1
De deskundige behoort de vragen van de rechter naar waarheid te beantwoorden met kennis van de aan hem ter beschikking gestelde (gegevens uit de) (proces)stukken en met gebruik van actuele vakkennis en zijn professionele ervaring. Hij mag de grenzen van de opdracht van de rechter niet overschrijden. Hij dient de grenzen van zijn deskundigheid in acht te nemen.
De deskundige dient de opdracht persoonlijk te vervullen, met dien verstande dat hij in het algemeen onderdelen van het onderzoek onder zijn leiding en toezicht door anderen mag laten verrichten. Hij dient de identiteit van die anderen bekend te maken en blijft zelf volledig verantwoordelijk voor het deskundigenadvies. De deskundige is in beginsel vrij in de inrichting van het onderzoek, maar de rechter kan daarvoor voorschriften geven. Als de deskundige een onderzoeksmethode toepast, moet de onderzoeksmethode op zijn vakgebied algemeen aanvaard, betrouwbaar en valide zijn en correct worden toegepast. Het deskundigenadvies moet de gegevens bevatten die nodig zijn om de bevindingen, gedachtegang en conclusies van de deskundige zo veel mogelijk te kunnen volgen en controleren. Lopen de meningen op het vakgebied van de deskundige op een relevant punt uiteen, dan behoort de deskundige daarvan melding te maken. Het deskundigenadvies moet inzichtelijk en consistent zijn en een toereikende onderbouwing van de antwoorden op de vragen van de rechter bevatten. Deze lijnen zal ik, waar relevant, in par. 8.4.5 betrekken in de beantwoording van de vraag wie naar huidig recht in welke mate bepaalt en zou moeten bepalen welk onderzoek naar welke feiten wordt gedaan.