V-N 2018/51.19
Toekenning van Irimie-rentevergoeding in bpm-procedure is voorbarig
HR 28-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1789, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 september 2018
- Magistraten
Punt, Overgaauw, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
17/01298
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929646:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Invorderingsrente en betalingskorting
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Invordering (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑09‑2018
ECLI:NL:HR:2018:1789, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑09‑2018
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het hof niet bevoegd was te gelasten dat aan de heer X overeenkomstig art. 28c Inv. 1990 rente moet worden vergoed over de onverschuldigd betaalde BPM. In deze procedure was namelijk niet een voor bezwaar vatbare beschikking van de ontvanger voorwerp van geschil.
Samenvatting
De heer X doet in 2012 bpm-aangifte vanwege de registratie van een uit Duitsland afkomstige personenauto met schade. Volgens de aangifte is € 16 aan bpm verschuldigd. In geschil is of terecht een naheffingsaanslag van € 2290 is opgelegd. Hof ’s-Hertogenbosch vermindert de naheffingsaanslag tot € 416. Er moet door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.