Einde inhoudsopgave
Regeling luchtvaartmeteorologische inlichtingen 2006
Artikel 1b Aanwijzing
Geldend
Geldend vanaf 02-01-2020
- Bronpublicatie:
26-11-2019, Stcrt. 2019, 63833 (uitgifte: 27-11-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/198990)
- Inwerkingtreding
02-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2019, Stcrt. 2019, 63833 (uitgifte: 27-11-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/198990)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bestuur
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut wordt aangewezen als verlener van meteorologische diensten voor de luchtvaartnavigatie ten behoeve van het burgerluchtverkeer, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de luchtvaartnavigatiedienstenverordening, voor het gehele luchtruim dat onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat valt.
Hiertoe vervult het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut in ieder geval de functies van:
- a.
luchtvaartmeteorologisch waarnemingscentrum voor het vluchtinformatiegebied Amsterdam;
- b.
luchthavenmeteorologische dienst en luchtvaartmeteorologisch station voor de luchthavens Schiphol, Groningen Airport Eelde, Lelystad Airport, Maastricht Aachen Airport en Rotterdam The Hague Airport;
- c.
luchthavenmeteorologische dienst onder voorwaarden en beperkingen als bedoeld in uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 en luchtvaartmeteorologisch station onder voorwaarden en beperkingen als bedoeld in uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 voor gebieden op de Noordzee gelegen in het gebied ten noorden van 53 graden noorderbreedte; en
- d.
luchtvaartmeteorologisch station onder voorwaarden en beperkingen als bedoeld in uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 voor de luchthaven Budel.
2.
De aangewezen dienstverlener, bedoeld in het eerste lid, draagt zorg voor het regelmatig raadplegen van gebruikers van meteorologische diensten voor de luchtvaartnavigatie omtrent de kostengrondslag en het vergoedingenbeleid van die dienstverlening. De raadpleging kan tevens op verzoek van de gebruikers plaatsvinden.
3.
De Minister van Defensie wordt aangewezen als verlener van meteorologische diensten voor de luchtvaartnavigatie ten behoeve van het militaire luchtverkeer voor het gehele luchtruim dat onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat valt.
4.
Onverminderd het eerste lid wordt de Minister van Defensie aangewezen als verlener van meteorologische diensten voor de luchtvaartnavigatie voor de functie van luchthavenmeteorologische dienst en luchtvaartmeteorologisch station voor het burgerluchtverkeer op de militaire luchthavens Eindhoven en De Kooy.