RCR 2013/34:Klachtplicht. Vanaf welk moment rust op een belegger een onderzoeksplicht ex art. 6:89 BW?

RCR 2013/34

Klachtplicht. Vanaf welk moment rust op een belegger een onderzoeksplicht ex art. 6:89 BW?

Documentgegevens:

HR 08-02-2013, ECLI:NL:HR:2013:BX7195 (Kramer/Van Lanschot)

Instantie: Hoge Raad
Datum: 8 februari 2013
Magistraten: Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth, G. Snijders
Zaaknummer: 11/01920
Conclusie: plv. P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
LJN: BX7195
Roepnaam: Kramer/Van Lanschot
JCDI: JCDI:ADS913570:1
Vakgebied(en): Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2013:BX7195, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑02‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BX7195, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑09‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑03‑2011
Wetingang: Art. 6:89, 7:23 BW

Essentie

Klachtplicht. Onderzoeksplicht.

Vanaf welk moment rust op een belegger een onderzoeksplicht ex art. 6:89 BW?

Samenvatting

Eiser in cassatie heeft in 1997/1998 2,5 miljoen euro belegd bij Van Lanschot Bankiers op basis van een adviesrelatie. Belegd werd in opties en futures. In 2005 bleek eiser een verlies te hebben geleden van circa 1,6 miljoen euro. Eiser heeft in de periode 1998-2005 circa € 800.000 aan provisies betaald. Bij fax van 27 november 2007 heeft de advocaat van eiser de bank meegedeeld dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld en haar aansprakelijk gesteld voor de schade. Eiser dagvaardt vervolgens de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.