Het voorlopig getuigenverhoor
Einde inhoudsopgave
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/151:151 Niet in Nederland erkende buitenlandse uitspraak
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/151
151 Niet in Nederland erkende buitenlandse uitspraak
Documentgegevens:
Mr. E.F. Groot, datum 01-01-2015
- Datum
01-01-2015
- Auteur
Mr. E.F. Groot
- JCDI
JCDI:ADS458265:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Uitspraken van buitenlandse rechters kunnen niet in Nederland ten uitvoer worden gelegd als Nederland de uitspraken uit het betreffende buitenland niet erkent. De Nederlandse rechter zal het geding opnieuw, volledig en zelfstandig moeten behandelen (art. 431 lid 1 en 2 Rv). De rechter is daarbij bevoegd om, binnen de grenzen van de beginselen van openbare orde, te bepalen of gezag moet worden toegekend aan een uitspraak van een buitenlandse rechter. Uitgangspunt daarbij is dat de rechter marginaler zal toetsen naarmate de buitenlandse uitspraak meer voldoet aan de maatstaven van commuun internationaal privaatrecht. Aangezien de Nederlandse rechter de hoofdzaak in beginsel opnieuw behandelt, kan een voorlopig getuigenverhoor in het kader daarvan worden bevolen. Bij de toepassing van de afwijzingsgronden kan rekening worden gehouden met de verwachte mate van toetsing; als een zeer marginale toetsing in de rede ligt, is minder ruimte voor toewijzing van een voorlopig getuigenverhoor dan wanneer waarschijnlijk is dat de rechter volledig(er) zal toetsen. Een verwachte uiterst marginale toetsing kan leiden tot onvoldoende belang van de verzoeker, omdat aan de vordering in de hoofdzaak al een einde is gemaakt door het oordeel van de buitenlandse rechter (vgl. par. 7.5.2.4). In minder duidelijke gevallen kan uit een belangenafweging volgen dat de verzoeker misbruik maakt van zijn bevoegdheid (vgl. par. 8.5.3).