RvdW 2014/1193
Overschrijding redelijke termijn.
HR 14-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2968
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/05507
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2968, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1837, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑08‑2014
Essentie
Overschrijding redelijke termijn.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 14 november 2012, nummer 22/000119-11, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: [betrokkene]. Adv. mr. J.P.A. van Schaik, te Veenendaal.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1.
Het Gerechtshof te ’s-Gravenhage heeft bij arrest van 14 november 2012 het door de betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op omgerekend € 545.370 en aan de betrokkene ter ontneming van dat wederrechtelijk verkregen voordeel de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van dat bedrag.