Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 5.5.43 [Ruitenwisser- en ruitensproeierinstallatie]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2009
- Redactionele toelichting
Deze regeling treedt tegelijk in werking met het Besluit voertuigen (21-02-2009, Stb. 143).
- Bronpublicatie:
10-04-2009, Stcrt. 2009, 81 (uitgifte: 29-04-2009, regelingnummer: CEND/HDJZ-2009/388)
- Inwerkingtreding
01-05-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-04-2009, Stb. 2009, 184 (uitgifte: 01-01-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Eisen | Wijze van Keuren | |
---|---|---|
1. | Driewielige motorrijtuigen met een voorruit moeten zijn voorzien van een goed werkende ruitenwisserinstallatie die de bestuurder voldoende uitzicht geeft. | Visuele controle. Indien bij het in werking stellen van de installatie ten minste één stand, niet zijnde een intervalstand, werkt, blijft verdere controle achterwege. |
2. | Het eerste lid is niet van toepassing op driewielige motorrijtuigen met een voorruit met een ledige massa van niet meer dan 400 kg die voor 27 november 1975 in gebruik zijn genomen. | - |
3. | Driewielige motorrijtuigen met een voorruit, die na 31 december 1994 in gebruik zijn genomen, moeten zijn voorzien van een goed werkende ruitensproeierinstallatie. | Visuele controle, waarbij de installatie in werking wordt gesteld. |