RvdW 2018/30
Werkgeversaansprakelijkheid op voet art. 7:658 lid 4 BW voor vrijwilligerswerkzaamheden? Deelgeschilprocedure, art. 1019w Rv; hoger beroep deelgeschilbeschikking; aanhouding van de zaak op voet art. 356 Rv?; ontvankelijkheid in cassatie.
HR 15-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3142
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 december 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/04927
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3142, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:934, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑09‑2016
- Wetingang
Essentie
Werkgeversaansprakelijkheid op voet art. 7:658 lid 4 BW voor vrijwilligerswerkzaamheden? Deelgeschilprocedure, art. 1019w Rv; hoger beroep deelgeschilbeschikking; aanhouding van de zaak op voet art. 356 Rv?; ontvankelijkheid in cassatie.
Art. 7:658 lid 4 BW strekt ertoe bescherming te bieden aan personen die zich, wat betreft de door de werkgever in acht te nemen zorgverplichtingen, in een met een werknemer vergelijkbare positie bevinden. Art. 7:658 lid 4 BW leent zich voor toepassing indien de persoon die buiten dienstbetrekking werkzaamheden verricht, voor de zorg voor zijn veiligheid (mede) afhankelijk is van degene voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.