RvdW 2022/255
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Caribische zaak. Nationaliteitsrecht. Vaststelling Nederlanderschap op voet art. 17 RWN; grens in tijd aan betwisting Nederlanderschap door autoriteiten? Bezit van staat in zin art. 1:209 BW; ziet term ‘geboorteakte’ in art. 1:209 BW op oorspronkelijke (zich in het buitenland bevindende) geboorteakte of op latere erkenningsakte bij Burgerlijke Stand?; aan bewijs van bezit van staat te stellen eisen.
HR 25-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:331
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 februari 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/01980
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Personen- en familierecht / Personenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:331, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1113, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑2021
- Wetingang
Art. 1:209 BW
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Caribische zaak. Nationaliteitsrecht. Vaststelling Nederlanderschap op voet art. 17 RWN; grens in tijd aan betwisting Nederlanderschap door autoriteiten? Bezit van staat in zin art. 1:209 BW; ziet term ‘geboorteakte’ in art. 1:209 BW op oorspronkelijke (zich in het buitenland bevindende) geboorteakte of op latere erkenningsakte bij Burgerlijke Stand?; aan bewijs van bezit van staat te stellen eisen.
Samenvatting
Het gaat de rechtsvormende taak van de Hoge Raad te buiten om een termijn te stellen aan de betwisting door de autoriteiten van de nationaliteit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.