RFR 2016/94
Familieprocesrecht. Wordt de beslissing van het hof dat aan de vereisten van art. 1:160 BW is voldaan, gedragen door de motivering?
HR 22-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:724
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 april 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot
- Zaaknummer
15/02355
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923984:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:724, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:4, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑01‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑05‑2015
- Wetingang
Art. 1:160 BW; art. 239 Rv
Essentie
Partneralimentatie. Familieprocesrecht.
Wordt de beslissing van het hof dat aan de vereisten van art. 1:160 BW is voldaan, gedragen door de motivering?
Samenvatting
Partijen zijn in 2006 gescheiden. De vrouw heeft sinds 2009 een affectieve relatie. De man startte in 2014 een procedure en verzocht primair te bepalen dat aan zijn alimentatieverplichting een einde was gekomen op grond van art. 1:160 BW, omdat de vrouw samenwoont met een ander als waren zij gehuwd. De rechtbank wees het verzoek van de man af. De man ging in appel. Het hof wees het verzoek van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.