JWB 2015/96
Procesrecht, ontvankelijkheid, cassatieverzoekschrift
HR 06-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:526
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 maart 2015
- Zaaknummer
14/05047
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:526, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑03‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:35, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑2015
- Wetingang
Essentie
Procesrecht, ontvankelijkheid, cassatieverzoekschrift
Samenvatting
Casus
De rechtbank heeft bij een vonnis het verzoek van de verzoekster tot cassatie tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Rechtsvraag
In cassatie staat de ontvankelijkheid van het cassatieverzoekschrift centraal.
Beslissing
De Hoge Raad stelt vast dat het cassatieverzoekschrift niet ondertekend is door een advocaat bij de Hoge Raad. Art. 426a lid 1 Rv brengt dan mee dat de verzoekster tot cassatie niet-ontvankelijk is in haar beroep.
De Hoge Raad verklaart de verzoekster tot cassatie niet-ontvankelijk in haar cassatieberoep.
Partij(en)
6 maart 2015 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.