Einde inhoudsopgave
Wet inkomstenbelasting 2001
Artikel 4.21 Verkrijgingsprijs
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
21-12-2016, Stb. 2016, 545 (uitgifte: 29-12-2016, kamerstukken: 34553)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2016, Stb. 2016, 545 (uitgifte: 29-12-2016, kamerstukken: 34553)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
1
Onder verkrijgingsprijs wordt verstaan de tegenprestatie bij de verkrijging vermeerderd met de ten laste van de verkrijger gekomen kosten.
2.
Indien een belastingplichtige aandelen of winstbewijzen van eenzelfde soort heeft met een verschillende verkrijgingsprijs, wordt de verkrijgingsprijs van die aandelen of winstbewijzen gesteld op de gemiddelde verkrijgingsprijs.
3
Indien bij een vervreemding een verkrijgingsprijs in aanmerking is genomen met toepassing van het tweede lid, wordt bij de berekening van de verkrijgingsprijs van de niet-vervreemde aandelen of winstbewijzen uitgegaan van de bij de vervreemding in aanmerking genomen verkrijgingsprijs.
4.
Indien een inbreng heeft plaatsgevonden op de voet van artikel 3.65 kan de verkrijgingsprijs negatief zijn.
5
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen, zo nodig nadere, regels worden gesteld met betrekking tot de omvang van de verkrijgingsprijs en het verminderen van belastingaanslagen ter zake van geconserveerd inkomen wegens vervreemdingsvoordeel uit aanmerkelijk belang voor situaties waarin zich een van de volgende situaties voordoet:
- a.
de verkrijger van de aandelen huwt met een persoon die in Nederland woont;
- b.
de verkrijger van de aandelen overlijdt en bij dat overlijden gaan krachtens erfrecht aandelen over op een in Nederland wonende natuurlijk persoon;
- c.
de verkrijger van de aandelen schenkt aandelen aan een in Nederland wonende natuurlijk persoon;
- d.
andere situaties waarin de aandelen krachtens een verdeling van een huwelijksgemeenschap of een verdeling van een nalatenschap weer terechtkomen bij een verkrijger die in Nederland woont.