WR 2018/19
Huurprijs woonruimte – procesrecht: ontvankelijkheid; collectieve actie Woonbond tegen inkomensafhankelijke huurverhoging; afgifte en gebruik inkomensverklaring verstrekt aan verhuurder; periode voor en na 1 april 2016; aanwezigheid rechtsgang; overheidsaansprakelijkheid? onrechtmatige daad woningcorporatie?
Rb. Den Haag 10-01-2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:171, m.nt. mr. G.J. Scholten
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
10 januari 2018
- Magistraten
Mrs. L. Alwin, mr. M.J. Alt-van Endt, J.S. Honée
- Zaaknummer
C-09-517975-HA ZA 16-1060
- Noot
mr. G.J. Scholten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS563790:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Huurrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Grondrechten
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Huurrecht / Huurprijzen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBDHA:2018:171, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 10‑01‑2018
- Wetingang
Essentie
Huurprijs woonruimte – procesrecht: ontvankelijkheid; collectieve actie Woonbond tegen inkomensafhankelijke huurverhoging; afgifte en gebruik inkomensverklaring verstrekt aan verhuurder; periode voor en na 1 april 2016; aanwezigheid rechtsgang; overheidsaansprakelijkheid? onrechtmatige daad woningcorporatie?
Samenvatting
Collectieve actie van de Woonbond tegen onder meer de Staat en een woningcorporatie over afgifte en gebruik van de inkomensverklaring ex art. 7:252a lid 3 BW, voor inkomensafhankelijke huurverhoging. De rechtbank oordeelt dat sinds de wetswijziging van art. 7:252a BW die op 1 april 2016 inwerking is getreden er voldoende wettelijke grondslag is voor de inspecteur van de Belastingdienst een inkomensverklaring te verstrekken aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.