Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (herschikking)
Artikel 34 Vrij verlenen van beleggingsdiensten en verrichten van beleggingsactiviteiten
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2014
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2017, L 64).
- Bronpublicatie:
15-05-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 2014/65/EU)
- Inwerkingtreding
02-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 2014/65/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat een beleggingsonderneming waaraan door de bevoegde autoriteiten van een andere lidstaat vergunning is verleend en waarop door deze autoriteiten toezicht wordt uitgeoefend overeenkomstig het bepaalde in deze richtlijn, en met betrekking tot kredietinstellingen overeenkomstig het bepaalde in Richtlijn 2013/36/EU, op hun grondgebied vrij beleggingsdiensten en/of beleggingsactiviteiten alsmede nevendiensten kunnen verlenen of verrichten, mits deze diensten en activiteiten onder de vergunning vallen. Nevendiensten mogen alleen tezamen met een beleggingsdienst en/of een beleggingsactiviteit worden verleend of verricht.
De lidstaten mogen aan een dergelijke beleggingsonderneming of kredietinstelling geen aanvullende verplichtingen opleggen in verband met de aangelegenheden die door deze richtlijn worden bestreken.
2.
Elke beleggingsonderneming die voor de eerste maal diensten of activiteiten op het grondgebied van een andere lidstaat wil verlenen of verrichten of die het assortiment aldaar verleende diensten of verrichte activiteiten wenst uit te breiden, verstrekt de bevoegde autoriteiten van haar lidstaat van herkomst de volgende informatie:
- a)
de lidstaat waarin zij voornemens is werkzaamheden uit te oefenen;
- b)
een programma van werkzaamheden waarin met name wordt aangegeven welke beleggingsdiensten en/of beleggingsactiviteiten alsmede nevendiensten zij voornemens is te verlenen of te verrichten op het grondgebied van die lidstaat, alsook of zij van plan is dit te doen door gebruik te maken van verbonden agenten die in haar lidstaat van herkomst zijn gevestigd. Ingeval een beleggingsonderneming van plan is van verbonden agenten gebruik te maken, deelt zij de bevoegde autoriteit van haar lidstaat van herkomst de identiteitsgegevens van deze verbonden agenten mee.
Ingeval een beleggingsonderneming voornemens is gebruik te maken van in haar lidstaat van herkomst gevestigde verbonden agenten op het grondgebied van de lidstaat waar zij van plan is diensten te verlenen, deelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de beleggingsonderneming, uiterlijk een maand na ontvangst van alle informatie, aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst die overeenkomstig artikel 79, lid 1, als contactpunt is aangewezen, de identiteitsgegevens mee van de verbonden agenten die de beleggingsonderneming voornemens is te gebruiken om in die lidstaat beleggingsdiensten te verlenen en beleggingsactiviteiten te verrichten. De lidstaat van ontvangst maakt die informatie openbaar. ESMA kan toegang tot die informatie verzoeken in overeenstemming met de procedure en volgens de voorwaarden die zijn beschreven in artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
3.
De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst doet deze informatie binnen een maand na de ontvangst ervan toekomen aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst die overeenkomstig artikel 79, lid 1, als contactpunt is aangewezen, waarna de beleggingsonderneming kan aanvangen met het verlenen van de betrokken beleggingsdiensten en het verrichten van de betrokken beleggingsactiviteiten in de lidstaat van ontvangst.
4.
In geval van wijziging van de overeenkomstig lid 2 verstrekte gegevens stelt de beleggingsonderneming de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst schriftelijk van de desbetreffende wijziging in kennis, zulks ten minste een maand voordat de wijziging plaatsvindt. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst in kennis van deze wijziging.
5.
Elke kredietinstelling die overeenkomstig lid 1 beleggingsdiensten of -activiteiten en nevendiensten wil verlenen of verrichten via verbonden agenten, deelt de bevoegde autoriteit van haar lidstaat van herkomst de identiteitsgegevens van deze verbonden agenten mee.
Ingeval de kredietinstelling voornemens is gebruik te maken van in haar lidstaat van herkomst gevestigde verbonden agenten op het grondgebied van de lidstaat waar zij van plan is diensten te verlenen, deelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de kredietinstelling, uiterlijk een maand na ontvangst van alle informatie, aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst die overeenkomstig artikel 79, lid 1, als contactpunt is aangewezen, de identiteitsgegevens mee van de verbonden agenten die de kredietinstelling voornemens is te gebruiken om diensten in die lidstaat te verlenen. De lidstaat van ontvangst maakt die informatie openbaar.
6.
Zonder aanvullende wettelijke of bestuursrechtelijke eisen te stellen, staan de lidstaten beleggingsondernemingen en marktexploitanten uit andere lidstaten die MTF's en OTF's exploiteren, toe om op hun grondgebied passende voorzieningen te treffen waardoor op hun grondgebied gevestigde gebruikers, leden of deelnemers op afstand, beter in staat zijn toegang te krijgen tot deze markten en erop te handelen.
7.
De beleggingsonderneming of de marktexploitant die een MTF of een OTF exploiteert, deelt aan de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat van herkomst mee in welke lidstaat zij voornemens is dergelijke voorzieningen te treffen. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst deelt deze informatie binnen een maand mee aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de MTF of de OTF voornemens is dergelijke voorzieningen te treffen.
De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de MTF deelt, op verzoek van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst van de MTF, onverwijld de identiteitsgegevens mee van de leden of deelnemers op afstand van de in die lidstaat gevestigde MTF.
8.
ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen om nader te bepalen welke informatie overeenkomstig de leden 2, 4, 5 en 7 moet worden verstrekt.
ESMA legt die ontwerpen van regelgevende technische normen uiterlijk op 3 juli 2015 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
9.
ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de toezending van de informatie overeenkomstig de leden 2, 3, 4, 5 en 7.
ESMA dient deze ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 31 december 2016 in bij de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.