Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/848 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007
Artikel 27 Verplichtingen en maatregelen bij vermoeden van niet-naleving
Geldend
Geldend vanaf 17-06-2018
- Bronpublicatie:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/848)
- Inwerkingtreding
17-06-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/848)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Dierenwelzijn
Indien een exploitant vermoedt dat een door hem geproduceerd, bereid, ingevoerd of van een andere exploitant ontvangen product niet voldoet aan deze verordening, doet hij, onverminderd artikel 28, lid 2, het volgende:
- a)
hij identificeert en scheidt het betrokken product van de andere;
- b)
hij controleert of het vermoeden kan worden gestaafd;
- c)
hij brengt het betrokken product niet in de handel als een biologisch of omschakelingsproduct en gebruikt het niet in de biologische productie, tenzij het vermoeden kan worden weggenomen;
- d)
hij informeert onmiddellijk de betrokken bevoegde autoriteit of, in voorkomend geval, de betrokken controleautoriteit of het betrokken controleorgaan, indien het vermoeden is gestaafd of niet kan worden weggenomen, en hij verstrekt daarbij, waar passend, beschikbare gegevens;
- e)
hij verleent zijn volledige medewerking aan de betrokken bevoegde autoriteit of, in voorkomend geval, aan de betrokken controleautoriteit of het betrokken controleorgaan bij het identificeren en verifiëren van de redenen voor de vermeende niet-naleving.