NJB 2017/215
Oplichting, art. 326 Sr: in casu sprake van het aannemen van een valse hoedanigheid door een reisbureau door het ten onrechte voeren van het lidmaatschap van Thomas Cook, de ANVR en SGR, waartoe mede van belang is dat betrokkene heeft verklaard dat hij bij de verdachte een reis heeft geboekt mede omdat ‘ze was aangesloten bij de SGR’
HR 10-01-2017, ECLI:NL:HR:2017:28
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 januari 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/03998
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:28, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑01‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1316, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑12‑2015
- Wetingang
(art. 326 Sr)
Essentie
Oplichting, art. 326 Sr: in casu sprake van het aannemen van een valse hoedanigheid door een reisbureau door het ten onrechte voeren van het lidmaatschap van Thomas Cook, de ANVR en SGR, waartoe mede van belang is dat betrokkene heeft verklaard dat hij bij de verdachte een reis heeft geboekt mede omdat ‘ze was aangesloten bij de SGR’
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat zij – kort gezegd – met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid, [betrokkene 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldsom (totaal € 3622), hebbende verdachte met vorenomschreven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.