NJB 2014/2221
Verzoek tot aanhouding van de behandeling, art. 281 Sv: bij de beslissing op zodanig verzoek dient de rechter een afweging te maken tussen alle daarbij betrokken belangen, waaronder het belang van de verdachte bij het kunnen uitoefenen van zijn aanwezigheidsrecht, het belang dat niet alleen de verdachte maar ook de samenleving heeft bij een doeltreffende en spoedige berechting en het belang van een goede organisatie van de rechtspleging. In casu is door het hof alleen een afweging gemaakt tussen het belang van de raadsman om te staken en het belang van een voortvarende afdoening van de strafzaak, terwijl het ten onrechte niet is ingegaan op het aan het aanhoudingsverzoek mede ten grondslag gelegde recht van de verdachte op rechtsbijstand door een raadsman van zijn keuze
HR 25-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3421
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 november 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
13/05615
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3421, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑11‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2172, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑09‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑04‑2014
- Wetingang
Essentie
Verzoek tot aanhouding van de behandeling, art. 281 Sv: bij de beslissing op zodanig verzoek dient de rechter een afweging te maken tussen alle daarbij betrokken belangen, waaronder het belang van de verdachte bij het kunnen uitoefenen van zijn aanwezigheidsrecht, het belang dat niet alleen de verdachte maar ook de samenleving heeft bij een doeltreffende en spoedige berechting en het belang van een goede organisatie van de rechtspleging. In casu is door het hof alleen een afweging gemaakt tussen het belang van de raadsman om te staken en het belang van een voortvarende afdoening van de strafzaak, terwijl het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.