NJ 2014/381
Niet redengevend bewijsmiddel; onvoldoende rechtens te respecteren belang bij vernietiging.
HR 20-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1176, m.nt. B.F. Keulen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 mei 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
13/00950
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
B.F. Keulen
- JCDI
JCDI:ADS127904:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1176, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑05‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:414, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑03‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑05‑2013
- Wetingang
Essentie
Het hof heeft als bewijsmiddel opgenomen de verklaring van verdachte dat hij een steen wilde gooien tegen de voet van een boom, waarbij hij mis gooide, en in zijn uitspraak verder geoordeeld dat het die verklaring onaannemelijk acht. Nu die verklaring van de verdachte niet redengevend is voor de bewezenverklaarde mishandeling door het met een baksteen met kracht gooien in de richting van het slachtoffer waarbij die aan het scheenbeen is geraakt, is die verklaring ten onrechte onder de bewijsmiddelen opgenomen. Nu de bewezenverklaring ook zonder die verklaring zonder meer toereikend is gemotiveerd, heeft de verdachte onvoldoende rechtens te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.