Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie
Artikel 324 Bijzondere gevallen van aanzuivering van de regeling actieve veredeling IM/EX
Geldend
Geldend vanaf 20-07-2020
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 12-07-2017.
- Bronpublicatie:
29-06-2020, PbEU 2020, L 206 (uitgifte: 30-06-2020, regelingnummer: 2020/893)
- Inwerkingtreding
20-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-06-2020, PbEU 2020, L 206 (uitgifte: 30-06-2020, regelingnummer: 2020/893)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 215 van het wetboek)
1.
Met het oog op de aanzuivering van de regeling actieve veredeling IM/EX wordt het volgende als wederuitvoer aangemerkt:
- a)
de veredelingsproducten worden geleverd aan personen die vrijstelling van rechten bij invoer genieten krachtens het Verdrag van Wenen van 18 april 1961 inzake diplomatiek verkeer, het Verdrag van Wenen van 24 april 1963 inzake consulaire betrekkingen, of het Verdrag van New York van 16 december 1969 inzake speciale missies zoals bedoeld in artikel 128, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1186/2009 van de Raad (1);
- b)
de veredelingsproducten worden geleverd aan de op het grondgebied van een lidstaat gelegerde strijdkrachten van andere landen, wanneer deze lidstaat bijzondere vrijstelling van rechten bij invoer verleent overeenkomstig artikel 131, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1186/2009;
- c)
de levering van luchtvaartuigen;
- d)
de levering van ruimtevaartuigen en de daarbij behorende uitrusting;
- e)
de levering van hoofdveredelingsproducten waarvoor het ‘erga omnes’-invoerrecht ‘vrij’ is of waarvoor een certificaat van vrijgave (EASA-formulier 1) of een gelijkwaardig certificaat zoals bedoeld in artikel 2 van Verordening (EU) 2018/581 van de Raad (1) is afgegeven;
- f)
de verwijdering, volgens de daarvoor geldende voorschriften, van secundaire veredelingsproducten waarvan de vernietiging onder douanetoezicht om milieuredenen verboden is.
2.
Lid 1 is niet van toepassing:
- a)
wanneer niet-Uniegoederen die onder de regeling actieve veredeling IM/EX zijn geplaatst, onderworpen zouden zijn aan een landbouwpolitieke of handelspolitieke maatregel, een voorlopig of definitief antidumpingrecht, een compenserend recht, een vrijwaringsmaatregel of een aanvullend recht dat voortvloeit uit een schorsing van concessies indien zij werden aangegeven voor het vrije verkeer.
Lid 1 is evenwel van toepassing wanneer onder de regeling actieve veredeling IM/EX geplaatste niet-Uniegoederen onderworpen zouden zijn aan voorafgaand Unietoezicht, indien zij voor het vrije verkeer werden aangegeven, op voorwaarde dat de houder van de vergunning voor actieve veredeling IM/EX de gegevenselementen verstrekt overeenkomstig de relevante toezichtmaatregel;
- b)
wanneer een douaneschuld zou zijn ontstaan overeenkomstig artikel 78, lid 1 van het wetboek voor niet van oorsprong zijnde goederen die onder de regeling actieve veredeling IM/EX zijn geplaatst indien de houder van de vergunning voornemens is de veredelingsproducten weder uit te voeren.
3.
In het geval van lid 1, onder c), staat het controlekantoor toe dat de regeling actieve veredeling IM/EX wordt aangezuiverd zodra de onder de regeling geplaatste goederen voor de eerste maal voor de vervaardiging, herstelling inclusief onderhoud, wijziging of ombouw van luchtvaartuigen of delen daarvan zijn gebruikt, op voorwaarde dat het aan de hand van de administratie van de houder van de regeling mogelijk is te controleren dat de regeling naar behoren wordt toegepast.
4.
In het geval van lid 1, onder d), staat het controlekantoor toe dat de regeling actieve veredeling IM/EX wordt aangezuiverd zodra de onder de regeling geplaatste goederen voor de eerste maal voor de vervaardiging, herstelling inclusief onderhoud, wijziging of ombouw van satellieten, lanceerinstallaties ervan, gronduitrusting en delen daarvan zijn gebruikt, op voorwaarde dat het aan de hand van de administratie van de houder van de regeling mogelijk is te controleren dat de regeling naar behoren wordt toegepast.
5.
In het geval van lid 1, onder e), staat het controlekantoor toe dat de regeling actieve veredeling IM/EX wordt aangezuiverd zodra de onder de regeling geplaatste goederen voor de eerste maal zijn gebruikt in de veredeling betreffende de geleverde veredelingsproducten of betreffende delen daarvan, op voorwaarde dat het aan de hand van de administratie van de houder van de regeling mogelijk is te controleren dat de regeling naar behoren wordt toegepast.
6.
In het geval van lid 1, onder f), toont de houder van de regeling actieve veredeling aan dat aanzuivering van de regeling actieve veredeling IM/EX overeenkomstig de normale voorschriften onmogelijk of economisch niet verantwoord is.
Voetnoten
Verordening (EG) nr. 1186/2009 van de Raad van 16 november 2009 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen (PB L 324 van 10.12.2009, blz. 23).
Verordening (EU) 2018/581 van de Raad van 16 april 2018 betreffende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde goederen van de soort die wordt aangebracht aan of wordt gebruikt in luchtvaartuigen, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1147/2002 (PB L 98 van 18.4.2018, blz. 1).