Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/5.3
5.3 Art. 611a en 611b Rv (oud)
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS377881:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Zie 1.3.1.
Zie 13.1.
Ook de Staatscommissie Limburg had zich al eerder voor het plaatsen van de regeling in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering uitgesproken.
Zie bijvoorbeeld Suyling 1934, p. 47 en Pres. Rb. Utrecht, 12 mei 1938, NJ 1938, p. 967; Rb. 's-Gravenhage 29 november 1932, NJ 1934, 477; HR 10 juni 1955, NJ 1955, 552(Het Noorden van 1936 N.V./Noord Hollandsche Verzekeringsmij. N.V.), m.nt. Rutten. Eveneens in deze zin Rb. Arnhem 8 juli 1948, NJ1948, 530: de dwangsom houdt naar haar aard geen verband met de veroorzaakte schade.
Zoals in het voorgaande al bleek, is bij de invoering van de wettelijke regeling in 1933 het rechtskarakter van de dwangsom in dit opzicht niet onbesproken gebleven.1 Niet alleen sprak de Memorie van Toelichting uitdrukkelijk van de categorie 'middelen waarmee dwang wordt uitgeoefend tot nakoming van een veroordeling', ook werd daarin nog eens expliciet aangegeven dat dit dwangmiddel van schadevergoeding moest worden onderscheiden.2 Het was dan ook uitdrukkelijk de bedoeling van de ontwerpers van de oude dwangsomregeling dat de dwangsom als zelfstandig instituut werd gezien en dat de hoogte van de dwangsom niet in enige relatie stond met de eventueel door de schuldeiser te lijden schade, indien door de schuldenaar aan de hoofdveroordeling niet werd voldaan.
Een voorstel van de Vaste Kamercommissie voor Privaat- en Strafrecht om de bepalingen met betrekking tot de dwangsom onder te brengen in een nieuwe afdeling van de zesde titel van Boek II BW (de titel met betrekking tot schadevergoeding) werd expliciet met het oog op dit onderscheid van de hand gewezen. De minister betwistte dat een dwangsom niet veel anders was dan een gefixeerde schadevergoeding. Lijfsdwang en dwangsom waren daarentegen beide middelen waardoor dwang werd uitgeoefend tot nakoming van een veroordeling.3 Gezien deze nadrukkelijk aangebrachte scheiding werd ook onder de oude dwangsomregeling door velen aangenomen dat verbeurde dwangsommen niet op de aan de schuldeiser toe te kennen schadevergoeding in mindering dienden te worden gebracht.4