NJ 1955, 552
HR, 10-06-1955: Horneman
HR 10-06-1955, ECLI:NL:PHR:1955:AG2012, m.nt. L.E.H. Rutten (Horneman)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juni 1955
- Magistraten
Donner, Meulen, Van der Losecaat Vermeer, Smits, Boltjes
- Zaaknummer
[1955-06-10/NJ_49959]
- Noot
L.E.H. Rutten
- LJN
AG2012
- Roepnaam
Horneman
- JCDI
JCDI:ADS65240:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht (V)
Verbintenissenrecht (V)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1955:AG2012, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑06‑1955
ECLI:NL:PHR:1955:AG2012, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑06‑1955
- Wetingang
BW art. 1401; BW art. 1403; Rv (oud) art. 611a; Rv (oud) art. 611b
Essentie
Aansprakelijkheid van een N. V. voor onrechtmatige daden van vertegenwoordigers, die geen orgaan zijn. Veroordeling tot nalaten op straffe dwangsom; aansprakelijkheid voor de betaling daarvan.
Samenvatting
De stelling dat een rechtspersoon aansprakelijk is voor de onrechtmatige daden van dengeen, dien zij met vertegenwoordigingsbevoegdheid heeft bekleed, door dezen verricht binnen den formelen kring van zijn bevoegdheid, ook dan wanneer deze vertegenwoordiger niet als orgaan van de rechtspersoon kan worden aangemerkt, is niet te aanvaarden.1
Het Hof heeft wat betreft de misdragingen (n.l. de onbehoorlijke mededelingen) van de agenten van verweerster, die haar vertegenwoordigden doch niet tot haar organen behoorden, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.