NJB 2022/1601
Op verkeerde plaats instellen cassatie door een advocaat: in casu heeft de raadsman binnen de beroepstermijn naar de strafgriffie van de Hoge Raad een bijzondere volmacht tot het instellen van cassatie verstuurd. Dit betreft echter niet ‘de griffie van het gerecht door of bij hetwelk de beslissing is gegeven’, art. 449 Sv. Van een advocaat mag worden verwacht dat hij bij het instellen van een rechtsmiddel de juiste weg bewandelt. Nu de betrokkene niet binnen de bij de wet gestelde termijn beroep in cassatie heeft ingesteld, kan de betrokkene in het cassatieberoep niet worden ontvangen.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 juni 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M. Kuijer
- Zaaknummer
20/02822
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:914, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑06‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:580, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑05‑2022
- Wetingang
(art. 449 Sv)
Essentie
Op verkeerde plaats instellen cassatie door een advocaat: in casu heeft de raadsman binnen de beroepstermijn naar de strafgriffie van de Hoge Raad een bijzondere volmacht tot het instellen van cassatie verstuurd. Dit betreft echter niet ‘de griffie van het gerecht door of bij hetwelk de beslissing is gegeven’, art. 449 Sv. Van een advocaat mag worden verwacht dat hij bij het instellen van een rechtsmiddel de juiste weg bewandelt. Nu de betrokkene niet binnen de bij de wet gestelde termijn beroep in cassatie heeft ingesteld, kan de betrokkene in het cassatieberoep niet worden ontvangen.