Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid
Artikel 18 Begroting
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2013
- Bronpublicatie:
15-01-2013, PbEU 2013, L 39 (uitgifte: 09-02-2013, regelingnummer: 100/2013)
- Inwerkingtreding
01-03-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-01-2013, PbEU 2013, L 39 (uitgifte: 09-02-2013, regelingnummer: 100/2013)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Douane (V)
1.
De ontvangsten van het Agentschap bestaan uit:
- a)
een bijdrage van de Gemeenschap;
- b)
mogelijke bijdragen van derde landen die overeenkomstig artikel 17 deelnemen aan de werkzaamheden van het Agentschap;
- c)
tarieven en vergoedingen voor publicaties, opleiding en/of andere door het Agentschap geleverde diensten.
2.
De uitgaven van het Agentschap bestaan uit personeels-, administratieve, infrastructurele en operationele kosten.
3.
De uitvoerend directeur stelt een ontwerpraming op van de ontvangsten en uitgaven van het Agentschap voor het volgende begrotingsjaar, op basis van een activiteitenbegroting, en zendt deze aan de raad van bestuur, samen met een ontwerpoverzicht van de personeelsformatie.
4.
De ontvangsten en uitgaven zijn in evenwicht.
5.
De raad van bestuur stelt jaarlijks, op basis van de ontwerp-raming van de ontvangsten en de uitgaven, de raming van de ontvangsten en uitgaven van het Agentschap voor het volgende begrotingsjaar vast.
6.
Deze raming, die tevens een ontwerp-personeelsformatie bevat, wordt samen met het voorlopig werkprogramma door de raad van bestuur toegezonden aan de Commissie en aan de landen waarmee de Gemeenschap de in artikel 17 bedoelde overeenkomsten heeft gesloten.
7.
De raming wordt samen met het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie door de Commissie ingediend bij het Europees Parlement en de Raad (de ‘begrotingsautoriteit’).
8.
Op basis van de raming neemt de Commissie de geraamde bedragen die zij nodig acht met betrekking tot de personeelsformatie en het bedrag van de subsidie ten laste van de algemene begroting, op in het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie, dat zij overeenkomstig artikel 314 VWEU voorlegt aan de begrotingsautoriteit, tezamen met een beschrijving en motivering van eventuele verschillen tussen de raming van het Agentschap en de subsidie ten laste van de algemene begroting.
9.
De begrotingsautoriteit keurt de kredieten voor de subsidie aan het Agentschap goed.
De begrotingsautoriteit stelt de personeelsformatie van het Agentschap vast.
10.
De begroting wordt vastgesteld door de raad van bestuur. De begroting wordt definitief na de definitieve vaststelling van de algemene begroting van de Europese Unie. Indien nodig wordt de begroting dienovereenkomstig aangepast, tezamen met het jaarlijkse werkprogramma.
11.
De raad van bestuur stelt de begrotingsautoriteit zo spoedig mogelijk in kennis van de projecten die hij voornemens is te realiseren en die aanzienlijke financiele[lees: financiële] gevolgen voor de financiering van de begroting kunnen hebben, met name onroerendgoedprojecten zoals de huur of aankoop van gebouwen. Hij brengt de Commissie daarvan op de hoogte.
Wanneer een tak van de begrotingsautoriteit kennis heeft gegeven van zijn voornemen om een advies te verstrekken, doet hij dit advies aan de raad van bestuur toekomen binnen een termijn van zes weken te rekenen vanaf de kennisgeving van het project.