Verhandeling

In deze paragraaf verruim ik het perspectief van het onderzoek. Ik schets de achtergrond waartegen de dematerialisatie van geld moet worden begrepen. De ontwikkelingsgang van geld is immers geen uniek fenomeen, maar staat in verband met een brede maatschappelijke tendens waarbij van oudsher materiële werktuigen worden vervangen door immateriële productiefactoren (paragraaf 6.1). Deze dematerialisatie raakt de reikwijdte van het eigendomsbegrip in het BW en daarmee de wortels van het vermogensrecht. Het gebrek aan revindicatoire aanspraken heeft verstrekkende gevolgen (paragraaf 6.2).