HR, 03-02-2017, nr. 13/01256: Holterman c.s./Spies

Documentgegevens:

HR 03-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:133 (Holterman c.s./Spies)

Instantie: Hoge Raad
Datum: 3 februari 2017
Zaaknummer: 13/01256
Roepnaam: Holterman c.s./Spies
Vakgebied(en): Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2017:133, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1126, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑11‑2016
ECLI:NL:HR:2014:164, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1265, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑11‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑02‑2013
Wetingang: Art. 5, 18, 60 EEX-Verordening; art. 2:9, 6:162, 7:661 BW

Essentie

Internationaal privaatrecht. Rechtsmacht Nederlandse rechter.

Is de Nederlandse rechter op grond van de EEX-Verordening bevoegd kennis te nemen van een vordering ter zake van aansprakelijkheid voor onbehoorlijke taakvervulling van een bestuurder, terwijl de betreffende bestuurder/verweerder ook wordt aangesproken op grond van opzet of bewuste roekeloosheid bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tussen hem en de vennootschap?

Uitspraak

Verweerder, woonachtig in Duitsland, is als directeur/bestuurder in dienst getreden van eiseres tot cassatie sub 1, een Nederlandse vennootschap. Ook is verweerder bestuurder/procuratiehouder van drie Duitse vennootschappen (eiseressen tot cassatie sub 2 t/m 4). De betreffende vennootschappen verwijten verweerder dat hij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.