NJ 2020/420
Overschrijding termijn voor cassatieberoep verontschuldigbaar nu in herstelbeslissing van het hof de uitspraak is hersteld met een beslissing waarop verdachte niet bedacht had hoeven te zijn.
HR 07-07-2020, ECLI:NL:HR:2020:1217, m.nt. W.H. Vellinga
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 juli 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
19/01188
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS242516:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1217, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:279, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑03‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑05‑2019
- Wetingang
Art. 432 Sv
Essentie
Verdachte heeft na ontvangst van een zeven maanden na de uitspraak van het arrest gegeven herstelbeslissing van het hof alsnog beroep in cassatie ingesteld. De overschrijding van de termijn voor het cassatieberoep is verontschuldigbaar nu in de herstelbeslissing van het hof de uitspraak is hersteld met een beslissing waarop verdachte niet bedacht had hoeven te zijn.
Samenvatting
De HR herhaalt de relevante overwegingen uit NJ 2012/490 m.b.t. de mogelijkheid voor de feitenrechter om herstelbeslissing te geven. Voor de controle door de rechter in hoger beroep of cassatie is het volgende van belang. Tegen de herstelbeslissing (of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.