NJB 2013/1873
Noodweer: in casu onbegrijpelijke motivering dat zich geen noodzaak tot verdediging heeft voorgedaan voor verdachte tegen verbalisanten die bezig waren haar aan te houden
HR 02-07-2013, ECLI:NL:HR:2013:107
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 juli 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu en N. Jörg
- Zaaknummer
11/03627
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:107, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑07‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:65, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑05‑2013
- Wetingang
(Sr art. 41 lid 1)
Essentie
Noodweer: in casu onbegrijpelijke motivering dat zich geen noodzaak tot verdediging heeft voorgedaan voor verdachte tegen verbalisanten die bezig waren haar aan te houden
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld wegens mishandeling omdat zij – kort gezegd – haar tanden in de arm van een ambtenaar gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, [verbalisant 1], heeft gezet en/of (vervolgens) heeft gebeten en/of verdachtes tanden in diens vel heeft gehouden, tengevolge waarvan voornoemde [verbalisant 1] zwaar lichamelijk letsel (bloedende bijtwond), althans enig lichamelijk letsel, heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden. De raadsman heeft aangevoerd dat op het moment dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.