Einde inhoudsopgave
Besluit politiegegevens buitengewoon opsporingsambtenaren
Artikel 2 Van overeenkomstige toepassing verklaring
Geldend
Geldend vanaf 09-03-2019
- Bronpublicatie:
06-02-2019, Stb. 2019, 85 (uitgifte: 08-03-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
09-03-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-02-2019, Stb. 2019, 85 (uitgifte: 08-03-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Politierecht / Organisatie
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
1.
Onverminderd artikel 46, eerste lid, van de wet is het bij die wet bepaalde met betrekking tot de verwerking van politiegegevens van overeenkomstige toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door een buitengewoon opsporingsambtenaar, met uitzondering van de artikelen 10, 11, tweede lid, 12, 16, eerste lid, onderdeel b, eerste indent, 34 en 36a tot en met 45.
2.
Onverminderd artikel 46, eerste lid, van de wet is het in het Besluit politiegegevens bepaalde met betrekking tot de verwerking van politiegegevens van overeenkomstige toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door een buitengewoon opsporingsambtenaar, met uitzondering van de artikelen 2:2, tweede en derde lid, 2:3 tot en met 2:7, 2:10, tweede lid, 2:13, tweede lid, 3:1, 3:2, 4:1, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, 4:2, eerste lid, de onderdelen a, c, d, e, i, j, k, o, q en y, tweede en derde lid, 6:1, 6:6, en 6a:1 tot en met 6a:7 van het Besluit politiegegevens.