NJB 2013/2623:Enquêteprocedure. Wanbeleid. De ondernemingskamer oordeelt dat gebleken is van wanbeleid bij Fortis ten tijde van de overname van ABN AMRO in 2007/2008 op het gebied van a. informatieverstrekking over de subprime-portefeuille van Fortis, b. solvabiliteitsplanning bij Fortis en c. (overige) communicatie door Fortis. HR: 1. Hindsight bias. De ondernemingskamer heeft met juistheid vooropgesteld dat het handelen en nalaten van Fortis dient te worden beoordeeld naar de maatstaven die golden ten tijde van het te beoordelen beleid en de kennis en ervaring die Fortis toen had of behoorde te hebben. 2. Richtlijn Marktmisbruik. De ondernemingskamer heeft met juistheid in aanmerking genomen dat bij de beantwoording van de vraag of sprake is geweest van wanbeleid, aan de hand van inhoud, doel en strekking van de enquêteregeling moet worden bepaald welke betekenis toekomt aan (andere) civielrechtelijke, strafrechtelijke en bestuursrechtelijke normen, waaronder die van de Richtlijn Marktmisbruik. 3. Bijzondere zorgplicht. De overwegingen van de ondernemingskamer bouwen voort op haar – in cassatie niet als zodanig bestreden – oordeel dat op Fortis in dit geval een bijzondere en aangescherpte zorgplicht rustte in verband met de aard, inhoud en omvang van de overname, de positie van Fortis als systeembank en de onderscheiden belangen van de bij de overname betrokkenen en de samenleving als geheel. De overwegingen geven geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting, kunnen in cassatie verder niet op juistheid kunnen onderzocht, en zijn toereikend gemotiveerd. 4. Belanghebbende. Het antwoord op de vraag of SICAF belanghebbende in de zin van art. 282 Rv is, moet worden afgeleid uit de aard van de procedure en de daarmee verband houdende wetsbepalingen. Het oordeel van de ondernemingskamer dat SICAF als later opgerichte belangenbehartiger belanghebbende is, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk of ontoereikend gemotiveerd.